Elfstedentocht
Zo schaatsen wij weg van de start
De wind die blies loeihard
We begonnen aan een erge tocht
En aan de kant was het druk bezocht
Iedereen stond langs de kant te juichen
En ik zat voor de koningin te buigen
Mijn moeder had een mandje met brood voor mij
Met een worstje, wat kaas, en een lekkernij
Moet toen moest ik wel echt door
Want ik ging ervoor
Dat kruisje, dat was zeker voor mij
Als ik zou aankomen was ik al superblij
Maar midden in de tocht bij de 8ste stempelpost
Ben ik van de kopgroep gelost
Met mijn laatste overwinningsmacht
En natuurlijk mijn laatste kracht
Ben ik als elfde aangekomen
En heb als laatste een medaille aangenomen
Mijn vrouw die was zo trots op mij
Dat ze heeft getrakteerd op een dikke knuffelpartij
Maar toch raad ik je aan om te tocht niet te rijden
Want je krijgt heel veel zelf medelijden
Door Merijn en Judith